GBS De Plataan

HISTORIEK

Historiek

Deze rubriek laat u kort kennismaken met het onderwijs in onze gemeente, vooral dan met de vroegere gemeentelijke lagere jongensschool van het centrum, die uitgroeide tot de huidige gemeentelijke basisschool de Plataan.

De geschiedenis van het gemeentelijk onderwijs start reeds in een tamelijk ver verleden.
Zo noteren we uit de archieven dat in de zitting van de gemeenteraad van 25 augustus 1822 de heer Egidius Johannes Vanderstappen wordt aangesteld als schoolonderwijzer. En… hij geeft les in een van de stallen van de kasteelheer Jan Patricius Peytier. Op dat moment volgen er zowel meisjes als jongens de lessen : catechismus, lezen, schrijven, rekenen en dictee.
Deze onderwijzer krijgt geen vergoeding, maar voorziet in zijn levensbehoeften doordat de ouders van de leerlingen hem maandelijks een halve frank betalen.

De bouw van de eerste gemeenteschool is een feit in 1838, samen met het nieuwe gemeentehuis. De schooluren zijn van 8u.30 tot 11u.30 en van 13u. tot 16u. De grote vakantie is tijdens de maand september.

Tijdens deze periode bestonden in onze gemeente nog andere vrije betalende scholen.

In 1842 komt er de wet dat iedere gemeente tenminste één gemeenteschool moet hebben. En daarin was ook bepaald dat de minimum jaarwedde van de onderwijzer 200 frank moest bedragen. Ook het aantal vakken werd uitgebreid : godsdienst, moraal, lezen, schrijven, metriek stelsel, elementaire rekenkunde, moedertaal en Frans.

In 1864 komt er een nieuwe gemeenteschool op de Reedijk. Er komen drie schoollokalen voor minstens 100 leerlingen per lokaal. De totale kostprijs van grond en school bedraagt 38284 frank. In die periode telt Merchtem 4300 inwoners.
In 1871 komt er nog een gemeenteschool in “den boschkant”.
En… in 1874 komt er een gemeentelijke meisjesschool in de Spiegelstraat (nu : August De Boeckstraat), met een afdeling“bewaarschool”.

De schoolwet van 1842 wordt in 1879 afgeschaft en vervangen door een nieuwe wet, ook ongeluks- of geuzenwet genoemd. De toenmalige minister van onderwijs, Van Humbeeck, wil een eind maken aan de historische vergroeiing van volk, godsdienst en onderwijs. Daarin stond o.a. dat iedere gemeente tenminste één officiële lagere school moet hebben en dat ze geen vrije scholen meer mag aannemen of subsidiëren.
Maar in 1884 wordt deze wet alweer gewijzigd, met als gevolg dat onze gemeente haar gemeentescholen afschaft en de vrije lagere scholen aanneemt. Maar na protest van voldoende ouders worden de gemeentescholen weer geopend.

In 1890 wordt een aangenomen school gemeenteschool en een jaartje later wordt de reeds lang bestaande gemeenteschool afgeschaft omdat er op dat ogenblik twee gemeentescholen bestaan in het centrum.

In 1894 komt er zelfs een gemengde klas bij de gemeentelijke jongensschool van het centrum.

  • In 1897 lezen we in het programma van het lager onderwijs :
    de klassen duren 2,5 uur ’s morgens en 2,5 uur in de namiddag,
  • de lessen beginnen om 8u.30 en eindigen om 16u.
  • er is vrijaf op zaterdagnamiddag,
  • de grote vakantie loopt van 15 augustus tot 30 september.
  • het schoolgeld bedraagt 1 fr. per leerling en per maand.

Even naar de leerlingenaantallen in de verschillende klassen in de gemeentelijke jongensschool centrum in 1905:

  • 1ste klas : 40
  • 2de klas : 65
  • 3de klas : 70
  • 4de klas : 78
  • 5de klas : 82
  • gemiddeld : 67 leerlingen

In 1907 telt Merchtem vijf scholen :

  • de gemeentelijke meisjesschool centrum,
  • de gemeentelijke jongensschool centrum,
  • de gemeentelijke jongensschool Peizegem,
  • de aangenomen meisjesschool centrum,
  • de aangenomen meisjesschool Peizegem.

In 1914 komt de wet die bepaalt dat er leerplicht is voor kinderen van 6 tot 14 jaar, die een vierde graad (7de en 8ste leerjaar) in het leven roept en die een gelijke bezoldiging bepaalt voor onderwijzers uit het vrij en het gemeentelijke onderwijs.
De verplichting tot onderwijs te volgen doet het schoolverzuim beetje bij beetje verdwijnen.

De oorlogsperiode 1914-1918 doet geen deugd aan de scholen. Zo dienen de klassen van de gemeentelijke school op de Reedijk een tijd als stallen voor de paarden van de Duitsers en wordt er zelfs een klaslokaal totaal vernield in 1918.

En we duiken ook nog even in het reglement van 1922 :

  • de Franse taal wordt verplicht vanaf het 5de leerjaar,
  • de onderwijzers brengen de ouders op de hoogte van de vorderingen van hun kinderen bij middel van maandelijkse kaarten, waarop zij dan eveneens de staat van gedrag en vlijt, alsmede de uitslag van de driemaandelijkse proeven aantekenen,
  • niet één, maar twee onderwijzers moeten gezamenlijk de leerlingen op de speelplaats bewaken,
  • de onderwijzer heeft het recht onzindelijke kinderen te weigeren,
  • in het zomerstelsel zullen de klassen beginnen om 7u.30 en eindigen om 11u.30,
  • de verlofdagen zijn : de zondagen, de donderdagnamiddagen voor de jongens, de zaterdagnamiddagen voor de meisjes, Allerheiligen (1 november) en Allerzielen (2 november), 11 november of de maandag daaropvolgend, 15 november (naamfeest van de koning), Hemelvaartdag, pinkstermaandag, 11 en 21 juli, maandag en dinsdag van de gemeentekermis in Peizegem, de dagen der kantonnale vergaderingen, biddag (=daags voor asdag) en al de afgestelde heiligdagen (8 december, 6 januari, 2 februari, 25 maart, 29 juni,
  • voor de vakantieperiodes zag de regeling er als volgt uit : kerstvakantie van 25 december tot 3 januari, paasvakantie van palmzondag tot beloken Pasen, zomervakantie van 15 augustus tot de eerste maandag na 15 september,
  • de prijsuitdeling mag door een schoolreis vervangen worden.

En ook het leerprogramma wordt in 1922 vernieuwd :

  • de meeste aandacht gaat naar de vakken moedertaal en rekenen, terwijl te moeilijke leerstof wordt verschoven naar later,
  • meer aandacht voor de lichamelijke opvoeding,
  • het onderricht in de tweede taal is niet verplicht en vangt liefst maar aan vanaf het 5de leerjaar,
  • de zedelijke en staatsburgerlijke opvoeding wordt in het programma opgenomen,
  • voor elke leervak zijn er methodologische opmerkingen en gegevens als daar zijn de waarneming, de zelfwerkzaamheid van de leerlingen, het gebruik van belangstellingspunten en de analogie tussen leerstof en oefeningen.

Vanaf 1930 hebben we een nog duidelijker zicht op de gemeentelijke lagere jongensschool van het centrum. Zo waren er toen in dienst :

  • als schoolhoofd Frans Herbosch,
  • als onderwijzers Frans Vanderstappen, August Mangelschots, Albert De Koninck, Frans Robberechts, Raymond Lemmens, Florent Goossens, Albert Keirens en Adolf Verbelen.
    In 1932 komt daar Jozef Cleymans bij. Dan wordt het 1ste leerjaar met 61 leerlingen ontdubbeld en telt de school 9 klasgroepen.

In 1940 telt de school 13 klasgroepen, nog steeds o.l.v. schoolhoofd Frans Herbosch. De nieuwkomers-onderwijzers zijn Jan Siccard, Jan Segers, Albert Moons en Gustaaf Cleymans.

Ondertussen is een nieuwe school gebouwd in de Stationsstraat. Ze wordt in 1937 in gebruik genomen.

Tijdens de oorlogsjaren 1940-1945 worden heel wat van de bovengenoemde onderwijzers onder de wapens geroepen en tijdelijk vervangen.

In 1950 is er nog steeds dezelfde onderwijzersploeg als in 1940, op uitzondering van August Mangelschots en Frans Vanderstappen, die beiden met pensioen gingen.

In 1952 overlijdt Frans Herbosch. Hij wordt tijdelijk vervangen door Albert De Koninck en in 1953 door Jan Segers.

In de periode 1950-1960 verwelkomt de gemeentelijke lagere jongensschool Wilfried Asselman, Jan Vanderstraeten, Raf Asselman, Louis Van Zaelen, Etienne Borré, Robert Van Gucht en André De Ridder (als leermeester Franse taal).

Zo ziet de samenstelling van de personeelsploeg er in 1960 als volgt uit : Jan Segers als schoolhoofd en als onderwijzers Albert Keirens, Jozef Cleymans, Jan Siccard, Albert Moons, Robert Van Gucht, Gustaaf Cleymans, Wilfried Asselman, Jan Vanderstraeten, Louis Van Zaelen, Etienne Borré en Raf Asselman

De volgende tien jaar gaat het wat minder goed met de gemeentelijke lagere jongensschool in de Stationsstraat, want in 1970 ziet de samenstelling van de personeelsploeg er als volgt uit : als schoolhoofd Gustaaf Cleymans en als onderwijzers Jan Siccard, Albert Moons, Jan Vanderstraeten, Wilfried Asselman en Louis Van Zaelen. Het leerlingenaantal bedraagt nog ca. 120.

Deze situatie blijft ook het volgende decennium. In 1980 noteren we als personeelsgroep : als schoolhoofd Wilfried Asselman, als onderwijzend personeel Albert Moons, Jan Vanderstraeten, Louis Van Zaelen, Louis De Boeck, Paul Thomas, Martine De Block en Régine Hofman (als leermeester lichamelijke opvoeding). Het leerlingenaantal stijgt niet, nog steeds ca. 120.

Tijdens de periode 1980-1990 wordt de gemeentelijke lagere jongensschool van het centrum omgevormd tot gemeentelijke basisschool, enerzijds omdat vanaf 1981-1982 meisjes(vijftal) hun opwachting maken en anderzijds omdat vanaf 1984 (na de paasvakantie) kleuters (16) deel gaan uitmaken van onze school.
Door deze ommekeer verandert ook de personeelsploeg grondig. Er komen heel wat vrouwelijke personeelsleden bij.
Ze ziet er in 1990 als volgt uit : als schoolhoofd Louis De Boeck, als kleuteronderwijzers Anny Meskens, Katelijn De Gendt, Helga Stuckens, Nancy De Sutter en Wies Vos, als onderwijzers Ria Van Lombergen, Michèle Crick, Liliane Begijn, Luc Willocx, Paul Thomas, Louis Van Zaelen en Hans Gauchez, als leermeesters Liliane De Raes, Mariëlle Scheers en Greet Annemans.
Het leerlingenaantal stijgt in deze periode : ca. 220 (90 kleuters, 130 leerlingen).

Tijdens het laatste decennium van de 20ste eeuw blijft de gemeentelijke basisschool gestaag groeien en net op het einde (begin 2000) mag de kleuterafdeling een deels gerenoveerde en een deels nieuwe infrastructuur in gebruik nemen.
Ondertussen is de personeelsploeg uiteraard ook nog meer uitgebreid (u leest ze bij personeel) en groeide het aantal kleuters tot 147, het aantal leerlingen tot 223.

Na de ingebruikname van de nieuwe infrastructuur voor de kleuterafdeling, werden ook de werken aangevat voor de gedeeltelijke nieuwbouw voor de lagere afdeling : een nieuwe eetzaal, drie nieuwe klaslokalen, een nieuwe speelplaats met nieuwe toiletten en nieuwe toiletten op de 1ste verdieping.
Begin schooljaar 2002-2003 mocht de lagere afdeling deze nieuwbouw in gebruik nemen.

Ondertussen groeide het aantal kleuters en leerlingen op het eind van het schooljaar 2017-2018 uit tot zo’n 420 met 8 klasgroepen in de kleuter- en 12 klasgroepen in de lagere afdeling.

Bron : “150 jaar kleuter en lager onderwijs te Merchtem” – Raf Asselman en Heemkring Soetendaelle